Volgens de voorlopige schatting van de gemiddelde levensverwachting op 65-jarige leeftijd voor de driejarige periode 2021-2023, vrijgegeven door het Nationaal Instituut voor de Statistiek (INE), werd deze waarde geschat op 19,75 jaar, wat overeenkomt met een stijging van 0,14 jaar (1,68 maanden) ten opzichte van de vorige driejarige periode (19,61 jaar in 2020-2022).
Op basis van deze gegevens kan worden berekend dat de pensioenleeftijd in 2025 66 jaar en zeven maanden zal zijn.
Deze waarde is drie maanden hoger dan in 2024, het jaar waarin de pensioenleeftijd met 66 jaar en vier maanden ongewijzigd bleef ten opzichte van 2023.
In 2023 was er een daling van drie maanden ten opzichte van de leeftijd die was vastgesteld voor 2022, iets wat ongekend is sinds de pensioenleeftijd werd gekoppeld aan de gemiddelde levensverwachting.
Zowel de verlaging in 2023 als de handhaving van de leeftijd voor 2024 houden verband met de daling van de gemiddelde levensverwachting door sterfte als gevolg van de Covid-19 pandemie en de incidentie daarvan onder de oudere bevolking.
De voorlopige waarde van de levensverwachting op 65-jarige leeftijd, die jaarlijks door INE wordt berekend, wordt in november bekendgemaakt en dient als referentie voor het bepalen van de normale leeftijd voor toegang tot het ouderdomspensioen, en wat nu bekend is, bevat nog niet de herziene schattingen van de inwonende bevolking die voortvloeien uit de definitieve resultaten van de volkstelling van 2021.