Tussen oktober en december vertraagde de groei van de werkgelegenheid in de eurozone met een tiende, tot 0,1%, terwijl deze in de 27 lidstaten van het communautaire blok met 0,2% toenam, na stabiel te zijn gebleven in het derde kwartaal.
Alleen Roemenië (+2,0%) en Spanje (+0,9%) presteerden beter dan Portugal in de kwartaal-op-kwartaalvariatie. Kroatië, Finland (beide -0,4%), Letland en Zweden (beide -0,2%) hadden de grootste dalingen.
In de vergelijking op jaarbasis groeide het aantal werkenden in het laatste kwartaal van 2024 met 0,7% in de eengemaakte valutazone en met 0,5% in de EU, terwijl de stijgingen in het derde kwartaal respectievelijk 1,0% en 0,8% bedroegen.
Van de 27 lidstaten lieten Kroatië (4,2%), Malta (3,8%) en Ierland (2,5%) de grootste jaar-op-jaar stijging van de indicator zien, terwijl Letland (-1,0%), Polen en Finland (-0,8%) en Zweden (-0,6%) de grootste dalingen lieten zien. Portugal had een jaarlijkse stijging van 1,7%.
Het aantal gewerkte uren steeg in het vierde kwartaal van 2024 met 0,6% in de eurozone en met 0,5% in de EU ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Vergeleken met dezelfde periode vorig jaar steeg het aantal gewerkte uren met 1,6% in de landen met één munt en met 1,0% in het EU-blok.
Eurostat schat ook dat er in de laatste drie maanden van vorig jaar 219,7 miljoen mensen werkten in de Europese Unie, waarvan 171,2 miljoen in de eurozone. In die periode zal de productiviteit op basis van mensen zijn toegenomen met 0,4% in de eurozone en met 0,8% in de EU, vergeleken met hetzelfde kwartaal vorig jaar.