In West-Europa lijden meer dan 57 miljoen mensen aan artrose. Lange tijd werd artrose beschouwd als een "slijtage" van ouderen, maar nu is bekend dat het een zeer complexe ziekte is van het hele gewricht die een groot deel van de bevolking onder de 65 jaar treft.

Artrose ontwikkelt zich als een chronische ziekte en betreft alle weefsels van het gewricht, inclusief het bot, de ligamenten, het kraakbeen, het vet en de gewrichtsbekleding. Hoewel elk gewricht van het lichaam kan worden aangetast, wordt het meestal veroorzaakt in de knie, hand en heup. De belangrijkste symptomen zijn

- Chronische pijn

- Stijfheid

- zwelling

- Beperkte flexibiliteit en mobiliteit

Klinisch wordt artrose gekenmerkt door verlies van gewrichtskraakbeen, hermodellering van het bot en geassocieerde ontsteking, naast de aantasting van alle andere weefsels die een gewricht vormen.

Er bestaat geen genezing voor artrose, en de huidige behandelingsmogelijkheden zijn vaak duur en inefficiënt. Daarom is er dringend behoefte aan inzicht in de oorzaken en onderliggende mechanismen van deze degeneratieve ziekte om nieuwe, effectievere en gepersonaliseerde therapieën te ontwikkelen die zowel de pijn verlichten als de progressie van de ziekte vertragen. Temeer daar de ernst van de aandoening sterk verschilt van patiënt tot patiënt. Terwijl sommigen slechts geringe beperkingen in hun welzijn en dagelijks leven ondervinden, worden anderen getroffen door ernstige pijn, waardoor zij voortdurend zorg nodig hebben.

De huidige aanbevelingen voor artrose-therapie variëren van niet-medicamenteuze maatregelen tot crèmes en pillen of injecties, afhankelijk van de ernst van de pijn. Chirurgie kan worden gezien als de "laatste" behandelingsoptie als alle andere behandelingen hebben gefaald, of als de schade aan het gewricht zo ernstig is dat er geen andere therapie mogelijk is. Al deze maatregelen kunnen echter alleen de voortgang van degeneratieve artritis vertragen. Bovendien heeft het innemen van medicijnen vaak slechts beperkt succes, en kan het tegelijkertijd leiden tot maagcomplicaties en andere mogelijke nadelige bijwerkingen.

Onderzoek ziet momenteel een paradigmaverschuiving in het begrip van artrose van het beschouwen als een zuiver mechanische ziekte veroorzaakt door kraakbeenslijtage naar een zeer complexe pathologie waarbij biomechanica, ontsteking en het immuunsysteem betrokken zijn. Artrose is dus een multifactoriële en multi-weefselziekte waarbij risicofactoren zoals leeftijd, geslacht, zwaarlijvigheid en genen een belangrijke rol spelen.

Gezien de slechte respons en resultaten bij de behandeling van artrose hebben recente behandelingsstrategieën de aandacht gevestigd op gentherapie. Deze laatste vormt een veelbelovende therapeutische route, aangezien zij specifiek gericht is op ziekteveroorzakende genen, waardoor een meer geïndividualiseerde en patiëntgerichte behandelingsaanpak mogelijk wordt. Een van de onderdelen van op genen gebaseerde, nanotherapeutische strategieën is gecentreerd rond zogenaamd small interfering RNA (siRNA).

In dit kader tracht SINPAIN - een internationaal project dat 9 landen en 12 onderzoekscentra omvat - op RNA gebaseerde therapieën voor de behandeling van artrose in de knie te bevorderen, waarbij de nadruk ligt op het gebruik van siRNA. Deze specifieke nucleïnezuurmodaliteit kan, eenmaal rechtstreeks in een bepaald weefsel van een patiënt ingebracht, ziekteveroorzakende genen tot zwijgen brengen.


Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Grupo HPA Saude op +351 282 420 400.