Volgens gegevens van het Nationaal Instituut voor de Statistiek(INE) komt dit neer op een jaar-op-jaar stijging van 5,3%, een vertraging ten opzichte van de stijging die eind 2024 werd opgetekend.
"De gemiddelde bruto totale maandelijkse beloning per werknemer (per functie) steeg met 5,3%, tot € 1.525, in het kwartaal eindigend in maart 2025, in vergelijking met dezelfde periode in 2024," meldt het statistiekbureau, in een vanochtend gepubliceerd hoogtepunt. In het laatste kwartaal van 2024 was de gemiddelde bezoldiging met 6,4% gestegen, wat betekent dat het begin van 2025 synoniem was met een vertraging.
De totale beloning omvat niet alleen het basissalaris, maar vooral ook de maaltijdvergoeding en overuren.
Het bestaat dus uit twee componenten. De basiscomponent die, zoals de naam al aangeeft, alleen het basissalaris omvat. En de regelmatige component, die andere regelmatige beloningscomponenten aan het basissalaris toevoegt, namelijk de maaltijdvergoeding.
In het eerste kwartaal steeg de basiscomponent op jaarbasis met 5,1% tot 1.270 euro, terwijl de reguliere component met 5,4% steeg ten opzichte van een jaar geleden en uitkwam op 1.356 euro. In beide gevallen was er sprake van een vertraging ten opzichte van de stijgingen die eind 2024 waren opgetekend.
Van deze stijgingen (in totaal, basis- en reguliere lonen) werd echter een deel geabsorbeerd door de stijging van de prijzen. Daarom stelt het INE dat, in reële termen, de gemiddelde maandelijkse brutobezoldiging met 2,9% is gestegen en dat de reguliere en basiscomponenten ervan met 3,1% en 2,8% zijn gestegen.
"In vergelijking met het kwartaal dat eindigde in december 2024 was er een vertraging van de prijzen (van 2,6% naar 2,3%) en een vertraging van de reële lonen (van 3,4% naar 2,8% voor bijvoorbeeld de basislonen)", merkt het statistiekbureau op.
Wat de verschillen tussen de sectoren betreft, moet daarentegen worden opgemerkt dat het de activiteiten van "landbouw, veeteelt, jacht, bosbouw en visserij" waren die de grootste stijging van het gemiddelde totale loon lieten optekenen (7,9% tot 970 euro). Dit was echter de sector met het laagste gemiddelde loon.
Gezien het verschil tussen de publieke en de private sector, laten de gegevens zien dat de salarissen meer stegen in de staat (6,3% versus 5,1%).