Sandra Lage maakte deel uit van het team van het Centrum voor Mariene Wetenschappen (CCMAR) van UAlg dat 25 zeeslakken analyseerde, gevangen tussen november 2021 en oktober 2022, en vertelde persbureau Lusa dat de resultaten aantonen dat 76% tetrodotoxinegehaltes had boven de maximumlimiet die door het Europees Agentschap voor Voedselveiligheid als veilig voor menselijke consumptie wordt beschouwd.

De zeeslak wordt vaak gebruikt voor het maken van gerechten zoals feijoada, maar de consumptie ervan kan gezondheidsrisico's opleveren als de neurotoxine niet goed wordt verwijderd door effectieve verwijdering van de ingewanden voor inname, waarschuwde de onderzoeker.

Volgens Sandra Lage, de masterproef van Maria Pais, eerste auteur van het artikel gepubliceerd in het tijdschrift "Food Control", werden 25 zeeslakken gevangen gedurende een jaar van bemonstering en bleek dat 76% het gif bevatte in concentraties die niet veilig geacht worden voor menselijke consumptie.

Het is een neurotoxine die "alleen in lage doses wat maag-darmproblemen kan veroorzaken", maar in hoge concentraties, "en als het een oudere persoon of een kind betreft, kan het zelfs leiden tot een hartstilstand of zelfs de dood veroorzaken", legde hij uit.

Sandra Lage benadrukte dat er naast het wetenschappelijke werk ook redenen van volksgezondheid op het spel staan en vond het belangrijk om de bevolking te waarschuwen voor de aanwezigheid van deze neurotoxine, die "uitsluitend werd aangetroffen in het viscerale gedeelte, in de darm, in de maag, in de blaas, maar die niet aanwezig was in het spiergedeelte".

"Als het op de juiste manier wordt behandeld, vormt het geen risico, maar als het verkeerd wordt behandeld, kan het wel een risico vormen", zei ze, waarbij ze opmerkte dat het koken of invriezen van de zeeslakken het gif niet verwijdert en dat consumptie alleen veilig is als de ingewanden effectief en op de juiste manier worden verwijderd.

Het vinden van de oorzaak van de besmetting van de zeeslakken zal nu het doel zijn van een nieuw onderzoek door dit CCMAR-team, dat hiervoor al financiering heeft, aldus de onderzoeker, die schat dat het werk dit jaar kan beginnen.